Skip to Content

Verbond pleit voor samenwerking in de energietransitie

Op deze pagina is ook content beschikbaar exclusief voor leden Log in voor toegang of vraag account aan.

Verzekeraars weten als geen ander dat klimaatverandering de grootste bedreiging is voor onze huidige maatschappij. In korte tijd moet de CO2-uitstoot worden teruggedrongen. Dat zorgt voor een wildgroei aan activiteiten, waarbij de (brand)veiligheid wel eens tekortschiet. Verzekeraars pleiten dan ook voor het invoeren van veilige en uniforme standaarden, die bij voorkeur wettelijk moeten worden verankerd.

In het Klimaatakkoord is afgesproken dat het aandeel hernieuwbare elektriciteit in de totale energieproductie in 2030 zeventig procent moet zijn. Daarnaast hebben de lidstaten van de Europese Unie (EU) besloten dat minimaal 32% van de in de EU opgewekte energie (elektriciteit, gas en warmte) uit duurzame hoek moet komen. We moeten dus zuiniger omgaan met energie en steeds meer gebruik maken van duurzame bronnen als zon, wind en warmte.

In 2020 zijn er 547.000 elektrische fietsen in ons land verkocht. Dat is de helft van alle nieuwe fietsen.

Ontwikkelingen gaan snel

Om de doelstellingen van het Klimaatakkoord te halen, zet de overheid vol in op het gebruik van duurzame energievormen. Huiseigenaren, bedrijven en overheden worden via wet- en regelgeving en diverse stimuleringsmaatregelen aangespoord om over te gaan op duurzame energie. De ontwikkelingen volgen elkaar dan ook snel op. Denk aan accu’s van elektrische apparaten, waaronder fietsen en auto’s, en het (na)isoleren van gebouwen. Of aan waterstof in auto’s, opslag op boerenerven en in achtertuinen. En aan (buurt)batterijen op het dak of in de wijk. Stuk voor stuk mooie duurzame ontwikkelingen, maar ze kunnen ook nieuwe risico’s opleveren. Nieuwe en vooral andere (brand)veiligheidsvraagstukken duiken op.

Om een brand in een elektrische auto te blussen, is zo'n 10.000 liter water nodig. In een normale brandweerauto gaat 2.000 liter.

Verzekerbaarheid

Verzekeraars pleiten voor meer, veiliger en uniforme standaarden om nieuwe (brand)risico’s zoveel mogelijk te beteugelen. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat de sector de duurzaamheidstransitie niet steunt! Integendeel, de financiële sector in het algemeen en verzekeraars in het bijzonder hebben het commitment bij het Klimaatakkoord ondertekend vanuit hun rol als grote institutionele beleggers. Zij zien de noodzaak voor verduurzaming, via klimaat- en weersgerelateerde schaden. Daarnaast willen verzekeraars risico’s graag verzekerbaar houden en zoveel mogelijk voorkomen dat particulieren of bedrijven die zich moeten of willen verzekeren, dat niet (voldoende) kunnen. De sector helpt daarom in toenemende mate zijn klanten bij het mogelijk maken van de transitie. Denk aan zonnepanelen in plaats van asbest, projecten met groene woningen en pilots met waterstof.

Duurzaam veilig kán, maar gebeurt het ook?

Er zijn ook zorgen. Nieuwe energiebronnen- en dragers brengen namelijk naast goed nieuws, ook minder goed nieuws met zich mee. De lithiumbatterijen die in laptops, auto’s, fietsen en zelfs in elektrische bussen worden gebruikt, zijn zoveel krachtiger dan gewone batterijen dat het (brand)risico niet meer is te vergelijken met vroeger. Het maakt nogal verschil of een elektrische of een ‘gewone’ auto in een parkeergarage in de brand vliegt. Het brandverloop is heftiger, de brandduur langer en er komen veel giftige stoffen vrij.
Bovendien brengen nieuwe risico’s ook nieuwe veiligheidsrisico’s met zich mee en helaas zijn deze nu nog (voor een deel) onbekend. Zelfs de kans op en het effect van een nieuw risico kan door beperkte of ontbrekende data niet goed in kaart worden gebracht. Dat maakt de beoordeling voor een verzekeraar lastig, maar het betekent niet dat er nog niet over kan of zelfs moet worden nagedacht. Juist in tijden van transitie is het verstandig om vroegtijdig in te zetten op (brand)veiligheid. Het behoeft ook geen betoog dat verzekeraars het risico op en de omvang van de schade, zeker als het gaat om (dodelijke) slachtoffers, zoveel mogelijk willen beperken.

Op 1 juni 2021 reden er zo’n 300.000 (deels) elektrische auto’s in Nederland rond. In december 2016 waren dat er nog maar 110.000.

Veilige verduurzaming

Verduurzamen moet, maar dan wel graag veilig. Verzekeraars pleiten er daarom voor om al in de ontwikkelingsfase de (brand)veiligheidsrisico’s mee te nemen en hier niet hier pas in een later stadium over na te denken. Op dit moment lijkt de kwantiteit van de verduurzaming het te winnen van de kwaliteit, terwijl verzekeraars vinden dat dit hand in hand moet gaan. Een van de ‘makkelijkste’ verbeterpunten die verzekeraars voorstellen, betreft het meekijken in een vroeg stadium. Nu komen verzekeraars vaak pas als sluitstuk in beeld, terwijl juist veel winst te behalen is als ze eerder worden ingeschakeld. Verzekeraars zijn immers risicodeskundigen bij uitstek en hebben hierover veel kennis en kunde in huis. Deze willen ze graag delen bij de verdere ontwikkelingen rondom de energietransitie. Soms gebeurt dat al, zoals het geval is bij de ontwikkeling van de Scios scope 12, een inspectiemethode voor zonnepaneleninstallaties. Ook waren verzekeraars betrokken bij het onderzoek naar het ontwikkelen van een richtlijn voor het gebruik van dompelcontainers bij het blussen van branden met elektrische voertuigen. Met die betrokkenheid willen en kunnen ze bijdragen in de zoektocht naar randvoorwaarden en oplossingsrichtingen die bijdragen aan zowel de energietransitie als de veiligheid.

De productie van stroom uit zonnepanelen is in 2020 met meer dan de helft toegenomen, van 5,3 miljard kWh in 2019 naar 8,1 miljard kWh vorig jaar.

Verzekeraars kunnen het niet alleen

Verzekeraars zijn echter niet de enige partij die de risico’s in kaart kunnen en willen brengen. Ook de brandweer, (lokale) overheden, wetenschap en partijen uit de techniekbranche inventariseren risico’s en doen onderzoek om deze zoveel mogelijk te beperken. De verzekeringssector wil betrokken partijen graag oproepen om de handen ineen te slaan en elkaar op voorhand meer te betrekken in plaats van achteraf.
Om meer inzicht te krijgen in de risico’s en aandacht te besteden aan veiligheid, is het ook raadzaam om in een zo vroeg mogelijk stadium via het Bouwbesluit en andere wetgeving te anticiperen op nieuwe risico’s. Verzekeraars pleiten daarom voor (onafhankelijke) keurmerken en normen, terwijl er ook meer voorlichting kan worden gegeven over een veilige inzet van de ontwikkelingen en techniek. Alleen als alle partijen over dezelfde kennis beschikken en gezamenlijk kunnen nadenken over vervolgstappen, risico’s en ieders rol in het geheel, kan de energietransitie ook daadwerkelijk en op een veilige manier slagen.

Samen de schouders er onder voor een duurzame samenleving

Als we tot slot inzoomen op de snelheid van de ontwikkelingen en de doelstellingen in het Klimaatakkoord, dan is er maar één conclusie gerechtvaardigd. We moeten haast maken. Verzekeraars vinden dat hier een belangrijke taak ligt voor de overheid, omdat zij met lange termijnbeleid de stabiele en voorspelbare voorwaarden kan creëren die we nodig hebben. Het is nú het moment om maatregelen te treffen, zodat de risico’s worden verkleind en/of beheerst. Verzekeraars leveren hier graag hun bijdrage aan.

Bronnen: CBS, RVO, NOS, RAI
Afbeelding: Marco van Leeuwen (Bananagun)

Verduurzamen moet, maar wel graag veilig!

Webpagina 'Verzekerd van een veilige Energietransitie'


Was dit nuttig?